Dit weekend is het Pasen. En wat hoort er nou meer bij Pasen dan Paaseieren! Hier kun je een leuke activiteit van maken waarbij je je kind uitdaagt tot verder nadenken en meer taal te gebruiken. Een taalactiviteit dus! Zo ga je aan de slag:
Wat heb je nodig?
Je kunt verschillende soorten paaseieren maken. Wij hebben hier als voorbeeld papieren paaseieren gebruikt. Deze kan je na afloop in de Paastakken hangen, je kan er een slinger van maken of hang ze ergens anders op in huis. Maak je ze vast aan een sateprikker, dan kun je ze ook ergens neerzetten, bijvoorbeeld in een plantenbak of bloempot.
De volgende spullen kun je gebruiken:
- Verschillende kleuren papier
- Schaar
- Lijm/plakband
- Kleurpotloden/stiften
- Vormen van eieren (op wit papier geprint)
- stickers/ glitter / steentjes/
- lintjes/perforator/sateprikkers
- Kleurplaat paaseieren in verschillende groottes (zie onderaan de pagina voor het bestand)
Je kunt natuurlijk ook echte eieren beschilderen. Dan heb je deze dingen nodig:
- Hardgekookte eieren (je kan ze ook uitblazen, kijk hiervoor op internet hoe je dit kan doen)
- Verf (water- acrylverf of natuurlijke verf). Wil je de eieren hierna opeten? Gebruik dan natuurlijk verfstoffen!
- Bakje water
- Verfschort
- Kranten oid voor op tafel
- Of koop bij de Action een Paaseieren knutselset voor 1,49
TIP: leg een paar dingen erbij die je niet gaat gebruiken, bijvoorbeeld een lepel of telefoon.
Aan de slag!
Stap 1 – introductie van de activiteit
Leg alle spullen die je nodig hebt klaar op tafel en leg er ook een aantal spullen bij die je niet gebruikt. Vertel wat je gaat doen, bijvoorbeeld: Het leek me leuk om vandaag iets te gaan knutselen voor de Pasen. Dus ik wil met jou Paaseieren gaan knutselen en ik heb de spullen al klaargelegd! Wat zie je allemaal?
Stap 2 – Benoem samen welke spullen er allemaal zijn. Voorbeelden van vragen:
- Wat is dit?
- Wat kunnen we hier mee doen?
- Welke spullen die hier liggen hebben we niet nodig?
- Welke dingen kunnen ongeveer hetzelfde?
Stap 3 – Beginnen. Als je dit allemaal besproken hebt, ga je beginnen. Vraag hierbij gelijk: wat moeten we als eerst doen? Zo ga je verder. Voorbeelden van vragen:
- Hoe kunnen we de paaseieren allemaal versieren?
- Wat kunnen we allemaal gebruiken om de versiering te maken?
- Hoe kunnen we de eieren vastmaken?
- Wat kunnen we hierna met de eieren doen
Stap 4 – Wanneer jullie aan het knutselen zijn kan er van alles gebeuren. Stel tussendoor vragen over wat er gebeurt, wat er kan gebeuren en waarom dat gebeurt, bijvoorbeeld:
- Wat gebeurt er als we te lang met een stift op hetzelfde plekje kleuren?
- Hoe krijgen we een gaatje in het ei?
- Hoe moeten we het ei vastmaken? Wat hebben we daar voor nodig?
- Waarom moeten we een knoopje maken in het lintje?
Stap 5 – Afronden. De eieren zijn nu klaar. Vraag hoe je het kunt afronden, bijvoorbeeld:
- Wat kunnen we nu met de eieren doen?
- Waar moeten we alle spullen weer opruimen?
Nog wat tips..
- Speel in op wat er gebeurt als jullie bezig zijn.
- Probeer open vragen te stellen, dus vragen met Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe.
- Geef je kind de tijd om te antwoorden, soms moet je kind even nadenken maar dat is alleen maar goed!
- Komt je kind er niet uit of is het moeilijk om te verwoorden? Help je kind hierbij.
- Probeer ook samen dingen uit, zeker bij Wat gebeurt er als…? Vragen. Je kunt dan samen weer benoemen wat er gebeurde en of wat jullie voorspelden wat er zou gebeuren klopt.
En het allerbelangrijkste: maak plezier samen!
Veel succes en plezier met deze activiteit, we zijn benieuwd naar jullie creaties! Laat je een foto achter in de comments van de taalactiviteit post?